Vandaag heb ik geexperimenteerd met twee rijsmethoden: de
poolish (ofwel het vloeibare voordeeg), en het vaste voordeeg. Dit heb ik
uitgeprobeerd op dezelfde eenvoudige witte broodjes als vorige week.
Het gebruik van een voordeeg schijnt de kwaliteit en smaak
van het brood enorm te verbeteren. Het fermentatieproces krijgt veel meer tijd,
met twee gevolgen: de gist scheidt meer koolzuurgas uit waardoor het brood
luchtiger wordt, en de gist scheidt meer smaakstoffen af waardoor het brood een
rijkere smaak krijgt.
Gisteravond heb ik beide voordegen klaargemaakt.
De methode waarbij gebruik wordt gemaakt van een vloeibaar
voordeeg is afkomstig uit Polen. In veel landen, waaronder Polen zelf, Rusland
en Italie, is het gebruik van zo’n “poolish” standaard.
Het recept voor de poolismethode en voor de vaste
voordeegmethode zet ik apart op dit blog.
Het vloeibare voordeeg is makkelijk te maken: je gooit de
ingredienten in een kom en roert dit met een garde goed door elkaar. Als het een uurtje in een kom heeft gestaan,
blijkt het zo sterk te zijn gerezen dat het al boven de kom uitkomt. Ik giet
het daarom over in een pan. Van ‘gieten’ is eigenlijk geen sprake want het deeg
is al veranderd in een prachtige draderige structuur. Deze draden zijn
eiwitstrengen ofwel gluten. Deze gluten omkapselen later de luchtbelletjes in
het deeg.
Na een nacht kijk ik in de pan en de poolish is zeer luchtig
geworden. Het ruikt een beetje naar bier, waarschijnlijk door de gist! Ik giet
het over in de broodbakmachine en doe de overige ingredienten erbij. Daarna
vervolg ik het normale proces.
De broodjes zijn mooi luchtig van structuur geworden en
hebben werkelijk een heerlijke smaak.
Het vaste voordeeg heb ik ook gisteren gemaakt. Dit is een
nog makkelijker recept dan de poolish, want je neemt gewoon eenvijfde van alle
ingredienten (wel weer met eenderde van de normale hoeveelheid gist) en kneed
dat door elkaar. Ik heb het kneden gewoon weer door de broodbakmachine laten
opknappen en heb dit keer ook het zout direct toegevoegd.
De volgende dag is het bolletje deeg gerezen en ruikt het
lekker. Het is een vrij stevig deeg geworden dus ik doe het in stukken voordat
ik het bij de rest van de ingredienten gooi.
Ook deze broodjes zijn lekker van smaak geworden en hebben
een mooie luchtige structuur. Om ze van de poolish-broodjes te onderscheiden,
heb ik deze broodjes met ei bestreken. Omdat ik niet voldoende ruimte op de bakplaat had, heb ik een paar bolletjes in een taartvormpje gedaan. Na het rijzen is het een leuk breekbrood voor bij de soep geworden.
Het allerlekkerst zijn de broodjes bereid met de
poolish-methode.
Omdat het helemaal geen ingewikkelde methode is en niet veel
extra werk kost, ben ik van plan om deze methode vaker in te zetten voor andere
broodsoorten.